In een klein hutje op het waddeneiland Griend onderzocht ik jaren geleden als student de visroof van de kokmeeuw bij de grote stern. De onderliggende vraag was: moeten we de kwetsbare soort (de stern) beschermen tegen de algemene soort (de meeuw). Een typisch voorbeeld van lineair oorzaak-gevolg-denken: A veroorzaakt leed bij B, B moet geholpen worden, dus A moet weg.
Lineair oorzaak-gevolg-denken zie ik ook veel in organisaties. Maar als de lastpost weg is, blijkt dat het patroon zich herhaalt. Of dat het zich op een andere manier manifesteert. De vermeende veroorzaker was slechts onderdeel van een terugkerend cyclisch patroon en wellicht zelfs slachtoffer. Een echte oplossing vind je pas vanuit het eerlijke en volledige beeld. Dat kan veel tijd en energie vragen. Het is aantrekkelijker om te denken dat het vanzelf overgaat en te blijven doen wat je deed: de volgende lastpost wegsturen. Tot een moment waarop we niet meer kunnen of niet meer willen ontkennen.
Zoals zo vaak in de natuur bleek er tussen grote stern en kokmeeuw sprake van wederzijdse afhankelijkheid. Van een constructief cyclisch patroon. De grote stern nestelt zich expres tussen de kokmeeuwen, omdat dat bescherming biedt tegen predatoren. In ruil steelt de kokmeeuw vis voor zijn eigen jongen. Maar alleen tijdens vloed, als hij zelf niet kan foerageren. En de stern is niet dom! Vóór de kokmeeuw goed en wel wakker is, hebben sternkuikens al de helft van hun eten door de strot gedouwd gekregen. Menselijke ingrijpen was toen niet nodig.
Nu gaat het slecht met de grote stern.
Waar begin je een cyclisch verhaal? Wat is jouw interpunctie? Meestal beginnen we het verhaal daar waar ons of onze geliefden pijn wordt gedaan. We sluiten een coalitie en vergroten de afstand tot de ander. Er zijn ook moedige mensen die er tussen blijven staan. Die blijven luisteren naar een ander perspectief en bruggen slaan. Maar hoe meer we in ons eigen kringetje verkeren, hoe minder bruggen. Coalities worden sterker, stellingen worden ingenomen, de druk wordt groot om partij te kiezen. We kiezen leiders die stevig staan voor óns verhaal, voor ónze interpunctie. Die zich tegenover de ander neerzetten. We kiezen níet voor de wijze bruggenbouwers, want die zeggen wat we níet willen horen.
Een eeuw geleden waren er 35.000 broedparen van de grote stern in Nederland: 30% van de wereldwijde populatie. Door het lozen van giftig afvalwater uit een bestrijdingsmiddelenfabriek waren er in 1958 nog slechts 875 broedparen over. De fabriek werd gesloten en het waddengebied herstelde. Met de natuurbeschermende maatregelen op Griend groeide de populatie grote sterns uit tot 20.000 broedparen in 2020. Het toeval wilde dat mijn zoon in 2022 voor zijn studie een project had over de grote stern op Texel. Hierdoor hoorde ik uit eerste hand van de catastrofe die de vogelgriep heeft veroorzaakt. In 2023 zijn er slechts 2000 broedparen over.
De WUR -'mijn' universiteit- begint het verhaal van de vogelgriep op hun site als volgt: ‘[vogelgriep] is een ziekte die opspeelt in veel delen van de wereld met desastreuze gevolgen voor de pluimveehouderij en die een bedreiging vormt voor de volksgezondheid vanwege het risico van een nieuwe pandemie……. Wilde vogels vormen vaak de bron voor vogelgriep virussen.’ De wilde vogel als veroorzaker.
Thijs Kuiken, viroloog bij Erasmus MC, begint het verhaal in een NOS-artikel elders. De vogelgriep was een niet-ziekmakend virus dat zich verspreide onder wilde vogels. Zoals elk dier, ook de mens, niet-ziekmakende virussen met zich meedraagt. De ziekmakende variant ontstond pas 25 jaar geleden in pluimveebedrijven in China. De intensieve veehouderij is een broedplaats voor ziekmakende virussen, omdat die zich makkelijk kunnen verspreiden voordat een dier bezwijkt. Onze pluimveedichtheid vergroot de kans op uitbraken in Nederland. De nabijheid van de mens vergroot de kans op het overspringen van het virus naar de mens. Er zijn al zoogdieren besmet geraakt. Gelukkig geven ze het virus vooralsnog niet aan elkaar door. Volgens Thijs Kuiken komen we alleen van de vogelgriep af als we het systeem van de pluimvee-industrie radicaal aanpassen.
In de uitbraak van 2003 werden er in Nederland 30 miljoen als pluimvee gehouden vogels afgemaakt: 30% van het totaal aantal in Nederland gehouden pluimvee. In de uitbraak van 2022 werden er ca. 15 miljoen vogels afgemaakt. Verschrikkelijk voor de dieren én voor de eigenaren. De teller loopt door in 2023.
Het aantal in 2022 door vogelgriep gestorven wilde vogels heb ik niet kunnen achterhalen. Ik weet niet of de 90% afname van het aantal broedparen grote sterns in Nederland allemaal aan het virus gestorven dieren betreft? Wellicht zijn er verzwakte dieren die een jaartje overzomeren op hun winterverblijf. Ik hoop het.
Maar het gaat slecht met de door mij geliefde grote stern. Het gaat slecht met de mens.
En het kan anders. Wij kunnen op zoek naar constructief cyclisch samenleven en samenwerken. Wij kunnen meer respect hebben voor de natuur en voor elkaar. Onze plaats kennen en wederzijdse afhankelijkheid erkennen.
Laten we beginnen bij het hele verhaal.